De twee- en driedimensionale werken van Renato Nicolodi zijn open en laten zich vertalen door de toeschouwer. Die openheid is echter nooit vrijblijvend. De kijker wordt met de kraag gegrepen, kan niet onberoerd blijven. Hij wordt heen en weer geslingerd en stelt zich vragen omtrent discipline en referentie, evenals aangaande de relatie tussen beeld en werkelijkheid, gevoel en verstand en nog zoveel meer. Het werk van Renato Nicolodi getuigt insgelijks van pure schoonheid en beangstigende vervreemding.
Het verhaal van deze artiest vindt zijn voedingsbodem in opgeroepen herinneringen uit het leven van zijn Italiaanse grootvader die tijdens de tweede wereldoorlog door de Duitsers werd gevangen genomen en ondergebracht in bunkers. Deze verhalen beklijven en leiden de kunstenaar onweerstaanbaar naar de kusten van Bretagne, waar hij bijna als een archeoloog, niet op zoek gaat naar dolmen en menhirs, maar naar artefacten van de tweede wereldbrand, alsook naar sporen van zijn grootvaders gedwongen verblijf.
Renato Nicolodi die een opleiding als schilder heeft genoten, is niet alleen geboeid door de picturale kwaliteiten van dergelijke aftandse kazematten, maar raakt ook gefascineerd door de bunker als ruimtelijk object. Hij maakt afdrukken van deze vervallen schuilplaatsen, tevens voertuigen voor herinneringen aan een beladen verleden. Deze afdrukken resulteren aanvankelijk in zijn eerste betonschilderingen, maar zullen achteraf bepalend zijn voor de onafwendbare exploratie van de sculpturale en de architecturale ruimte die er zal op volgen. Voor Renato Nicolodi bestaat een rigide en gekunstelde scheiding tussen disciplines duidelijk niet. Wanneer hij acrylschilderingen maakt, praat hij over tekeningen, wanneer hij sculpturen creëert presenteert hij – naar eigen zeggen – tweedimensionale voorstellingen met voor- en achterzijde en wanneer hij architecturale constructies creëert bepleit hij het picturaal spel van licht en schaduw. Ook genereert hij computergetekende beelden. Tekenen blijft sowieso belangrijk voor Renato Nicolodi, ook als vertrekbasis voor zijn driedimensionaal werk en vooral om varianten op klassieke en aan de fantasie ontsproten voorbeelden te concipiëren.
Zoals gezegd is de bunker een belangrijk uitgangspunt voor het beeldend werk van Renato Nicolodi. Het is een constructie die zich beweegt in de schemerzone tussen object en architectuur en die bovendien oogt als een mysterieuze, donkere en inerte massa. Tot in de 19de eeuw heeft men slechts in beperkte mate gereflecteerd over de ruimte die bouwwerken omgeeft, nadenken deed men wèl over de ruimte die door de bouwkunst in beslag werd genomen. Vanaf de 20ste eeuw zag men ruimte als een autonoom iets, niet meer als iets dat niet in beslag werd genomen door het driedimensionale. Vorm en materie lijken dan plaatselijk geconcentreerde ruimte. De massa van de bunker wordt hier ervaren als een dergelijk verdichte en alles opslorpende ruimte en ook de tijd lijkt geneutraliseerd.
De bunker is massief, monumentaal, minimalistisch en geometrisch, is zonder franjes en veruiterlijkt een haast archetypische bouwvorm. De in zichzelf gekeerde massa met kamers en holtes waar het licht niet meer welkom is, dwingt de toeschouwer om af te dalen naar het onbekende, naar het ondefinieerbare. Ook de tekeningen, schilderingen, objecten en architecturale constructies van deze kunstenaar veruiterlijken dergelijke kwaliteiten en genereren een mentale, zeg maar sacrale dimensie en dat zowel in de filosofische als in de politieke betekenis van het woord. De gekozen modellen herinneren immers herhaaldelijk niet alleen aan de klassieke architectuur, maar insgelijks ook aan bouwwerken die ten dienste stonden van politieke ideologieën en autoritaire regimes. Bouwwerken zoals gedacht door heersers van oude culturen of korter bij van op hol geslagen 'übermenschen’ die meenden dat een bepaalde architectuur de emanatie kon zijn van hun grootsheid, superioriteit en onverwoestbaarheid. Gebouwen die klassiek kunnen genoemd worden in de betekenis van formeel en conceptueel behept zijn met eeuwigheid. De afwezigheid van elke menselijke aanwezigheid versterkt dat gevoel. De constructies van Renato Nicolodi ogen als historische reproducties terwijl dat geen bekommernis is en toch zijn deze artefacten uit het verleden permanent aanwezig omdat de wezenlijke kenmerken en de ziel van de architectuur appelleert aan ons collectief geheugen.
De arbeidsintensieve werken van Renato Nicolodi bevreemden soms ook door hun formaat. Soms werden ze geconcipieerd op functionele grootte zoals het onlangs gerealiseerde 'Belvedère’ op het kerkhof van Waterschei en soms werden ze dan weer op schaal gemaakt. Het zijn modellen die we enerzijds vaak als buitenissig groot ervaren in vergelijking met courante schaalmodellen en anderzijds veel te klein om enige werkelijkheidswaarde te suggereren. De constructies van Renato Nicolodi worden vaak gerealiseerd in verhouding tot de ruimte waarvoor ze geconcipieerd werden. Door hun 'verschaling’ gaat de toeschouwer ze niet zelden ervaren als meubilair, als objecten an sich.
Zijn 'Circo Massimo’ geëxposeerd in CIAP, zijn 'Atria I, II en IV’ gepresenteerd in het Hasseltse gerechtshof en zijn 'Hortorum’ in het Vlaams Administratief Centrum, herinneren door hun elementaire geometrische vormen en gereduceerde decoratie ook aan de als classicistisch bestempelde creaties à la Claude Nicolas Ledoux en Etienne-Louis Boullée. Waar de projecten van deze laatste vaak als visionair werden afgedaan, benadrukt Renato Nicolodi hier veeleer datgene, wat altijd aanwezig is geweest en aanwezig zal blijven.
De architectuur die hier wordt opgeroepen heeft ontegensprekelijk sterke semiotische kwaliteiten. Ze is in haar totaliteit tijdoverschrijdend, monumentaal, imponerend en straalt gezag uit. Deze architectuur is echter ook in haar onderdelen betekenisdrager van kwaliteiten. De trappen zoals die deel uitmaken van het vermelde 'Belvedère’, verbinden het aardse en het transcendentale, naar analogie van wereldse voorbeelden zoals de Mayatempel van Chichén Itza of leggen elders verbanden tussen binnen en buiten of andere tegengestelden. Vergelijkbare overgangen vinden we ook terug in het poortgebouw van datzelfde 'Belvedère’ waar het de transitie is tussen leven en dood. En hoewel 'Belvedère’ niet onmiddellijk refereert aan een Romeinse triomfboog, kan dit monument er ook niet helemaal worden van los gedacht, want ook in de Romeinse triomfboog grijpt een belangrijke transitie plaats: die van de banale vergankelijkheid naar de eeuwige roem. Zijn in 2006 gemaakt 'Observatorium’ inviteert als bouwwerk de toeschouwer dan weer niet om wat anders te observeren, maar werkt veeleer zelfbespiegelend. De blik van de toeschouwer wordt immers opgeëist door een lichtverslindend vierkant dat een centrale plaats inneemt in het bouwwerk. Ook hier wordt de toeschouwer bewust van de gelaagdheid van het werk Renato Nicolodi, want deze constructie kan begrepen worden als een onweerstaanbare uitnodiging om aan introspectie te doen of kan refereren aan een ruimere zoektocht van de mens naar de essentie der dingen, analoog met de grot van Plato, of aan nog zoveel andere dingen.
Het werk van Renato Nicolodi is boeiend werk met vele gelaagdheden, het is werk dat imponeert en de getroebleerde toeschouwer vragen doet stellen omtrent verleden en heden, omtrent macht en onmacht, maatschappij en individu. Het is ook werk waarvan ondergetekende overtuigd is dat het een mooie nabije toekomst tegemoet gaat.
DAN HOLSBEEK
Expo Renato Nicolodi. Hasselt, 6 december 2008